De fantasie van Jeroen Bosch

De fantasie van Jeroen Bosch

 

De fantasie van Jeroen Bosch (1450 – 1516) en die van zijn medewerkers (m/v) in het atelier is rijk. Behoorlijk rijk. Hij koos daar ook voor. Voor fantasie.

Of hij moest het ermee doen, omdat hij geen toegang had tot de techniek van werken met de camera obscura. Die mogelijkheid was wel ontwikkeld in zijn tijd. Met behulp van het laatste is indrukwekkend realisme mogelijk. Afbeeldingen met dramatische lichtval en schaduwen. Die methode werd wel nogal geheim gehouden voor het publiek, en ook voor collega kunstenaars heb ik de indruk. Maar hij zal wel gekeken hebben: ook bij hem doemen er gestalten op uit het donker. Hij weet ook zijn landschappen en figuren op te laten gloeien, door licht en donker te laten verlopen, en door het effectief gebruik van glacé, heel doorschijnende verf.

Eigen wereld

Maar misschien had Jeroen Bosch daar ook geen enkele behoefte aan. Als tekenaar of schilder kun je een aantal kanten op met je onderwerpen:

Je kunt ze zo exact mogelijk naar de waarneming natekenen. Je kunt een camera obscura techniek gebruiken, dat iets wegheeft van projecteren en overtrekken. En je kunt je eigen beeldenrijkdom aanspreken om, leunend op wat je waarneemt, je eigen wereld te scheppen. (Ik kan me nog wel enkele invalshoeken meer voorstellen.) Kennelijk koos Jeroen Bosch voor de verbeelding. Fantasie zat, en een drive om zijn eigen beelden uit te werken. Voor onze verwende – of verpeste – ogen, want gewend aan de perfectie van realisme en fotografie, oogt het soms wat primitief. Middeleeuws. Dat is niet zo gek. Maar intrigerend zijn zijn beelden wel. Kijk daar maar eens doorheen en neem de verhalen in je op:  https://tuinderlusten-jheronimusbosch.ntr.nl/

Grenzen

In 1980 verwerkte ik een groet aan zijn werk in een olieverfwerkstuk. Heel klein. Twee baders en een geharnast vissertje. Ik weet niet eens meer van welke Jeroen Bosch ik ze vandaan heb. Wie het weet mag het zeggen. In De drie gratiën, een drieluikje. Het detail is hierbij te zien.

Genoeg fantasie, dat heb ik ook. Dus die liet ik ook werken. Maar dat is op het afgebeelde detail hierbij niet te zien.

Ik ben altijd nieuwsgierig naar de grenzen van de fantasie. Die lijkt mij niet zo eindeloos en onbeperkt als het schijnt. In Hoe niet komt aan bod hoe dat werkt volgens mij.

 

 

In 2016 in het Noordbrabants Museum in Den Bosch: de tentoonstelling Jheronimus Bosch – Visioenen van een genie te zien. Meer over Jeroen Bosch.  En er is meer dat ik in die tijd, met een oog op Bosch, schilderde. Dat komt nog. Dit is er een van: Piekeralert.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.

Scroll naar boven