De schemering van Mark Rothko
De schemering van Mark Rothko (1)
Kunstenaar Mark Rothko (1903- 1970) boeit me meer dan ooit sinds de grote expositie in het Haags Gemeentemuseum in 2015.
Waarom zijn “klassieke” werk (het werk dat het meest met zijn naam verbonden is) zo ’n uitwerking heeft kan zijn, omdat ook hij zo sterk bezig is met de schemering. Met wat men zich daarin gewaar kan worden. De ongrijpbaarheid van wat je waar kunt nemen, als niets meer zo duidelijk te onderscheiden is.
Dat wordt door hem opgeroepen, zo ver als voor een schilder mogelijk is. (Hij is geen griezelkabinettenmaker tenslotte. Hoe doe je dat dan?)
Niet alleen gebruikte hij tinten en oppervlaktestructuren soms fluwelig, soms zacht glanzend, die het halfduister oproepen. Hij deed er ook altijd moeite voor om de expositezalen van gedempt licht te laten voorzien. De grote schilderijen hangen laag, vlak boven de grond, en dat is met opzet. Als je de kans krijgt er vlak voor te gaan staan (zeker niet meer dan een meter of misschien anderhalf vond hij), kun je ze ervaren als een opening waar je doorheen kunt stappen. Waarin je opgenomen kan worden. Omhullend moest het zijn.
Hoe lang is een penseel
Die afstand hangt natuurlijk volmaakt samen met de afstand die een schilder(es) zelf bij het werken tot het doek heeft. Je doet wat stapjes naar voren en naar achteren, meer niet. En zo lang zijn penselen nu ook weer niet.
De kunstenaar beleeft dan, al doende, heel wat aan wat er op het doek ontstaat. Als je op dezelfde afstand staat kun je iets daarvan voelen.
Wat kan daar dan in opgemerkt kon worden? Iets proberen te zien, te fantaseren, of met het denken te beredeneren wordt je onmogelijk gemaakt. Te abstract.
Er moet langs andere wegen iets waargenomen worden. Zijn werk nodigt je uit iets te proberen, waar je op dagelijkse basis niet zo vaak aan toe komt.
Hij was een man die diep nadacht over het leven. Hij stelde een ingrediëntenlijst samen: benodigdheden voor een kunstwerk. Waarschijnlijk bedoelt hij, dat dat de dingen zijn die hem bezig hielden bij het maken van een schilderij. Het zijn, naar zijn idee, ook werkelijke voorwaarden voor goede kunst.
Wat gebeurt er?
Misschien zijn juist dat nu juist de dingen die wij als kijker kunnen (mee) beleven met hem:
Wat bekruipt of bespringt je wanneer je je overgeeft aan zulke schemering? Bemerkt je vreugde of opluchting? Breekt de dageraad aan?
Of, kijk naar bovenstaand werkstuk: zie je er weidsheid in, een landschap om te verkennen? Of is er voor jou beklemming, een donkere dreiging, die je liever doet afwenden? Is er dan nog wel een toevlucht, of is er slechts wanhoop?
Hoe hard we er ook voor weglopen, we maken al die dingen allemaal wel eens mee. Wat doe je daar dan mee?
Dat lijkt Mark Rothko ons te willen vragen.
Hierbij een detail uit “Untiteld, 1969”, van Mark Rothko. Er volgt meer over Mark Rothko. O. a. zijn lijst van ingrediënten voor goede kunst, maar hou je vast dan.
Meer over schemering en creativiteit vind je hier. En deze video heeft het Haags Gemeentemuseum gemaakt over hun expositie in 2015, duurt 15 minuten.
(Voor Peter, die de expositie maar bleef bezoeken. Om dit allemaal uit te proberen.)
Geef een antwoord