Ach, de liefde… Peter Vos

Ach, de liefde… Peter Vos

 

Ach, de liefde…  Tekenaar Peter Vos (1935) heeft het geweten. Z’n hele hart gegeven – en daar gaan mensen dan op staan. Per ongeluk, hoor, uit onbeholpenheid meestal, en onbegrip.

Och wat mooi, och wat mooi – zo heeft hij vast rondgekeken in zijn leven. En wie hij trof, dichters en kunstenaars, daarmee kon hij dat delen. Dat moet zijn hoop, zijn verlangen zijn geweest. Dode dichters, levende dichters – zoals mijn Fritzi Ten Harmsen van der Beek – daar kon je verliefd op worden. Maar Fritzi, die brak zijn hart.

De roes van de liefde

Vrienden, geliefden, dat was liefde delen. Romantisch als hij was, eenmaal verliefd, dan tekende hij op z’n best. En hij schreef – en tekende – brieven aan hen (er was een tijd waarin je dat nog deed: je pen neerzetten op wit papier, dat uitnodigde tot ontboezemingen en uitbarstingen van creativiteit. In het geval van Peter Vos: briljant getekende brieven.) Maar verbijsterd moeten zij de overdaad aan fijnzinnige kunst over de post ontvangen hebben: hadden zij op zoveel humor, eruditie en fijnzinnigheid wel antwoord? Wat hoop ik dat voor hem!

Of de roes van het werk

Meer dan veertig jaren tekenen voor Vrij Nederland, zijn thuis en zijn familie – voor zijn gevoel. En tekenen, kunst maken, dat is gewoon heerlijk, geeft beslist een soort roes. Dat werkt, net als de liefde ook heel goed. Maar dan in een korzelig kort berichtje de samenwerking opgezegd krijgen: krak, zei het hart. (Weet je al die leeuwtjes nog?)

Desnoods de roes van het drinken

Vogels, die kon je tekenen, in de illusie dat het luchtige vliegvleugelige je konden redden van de zwarte zwaarte van de teleurstellingen. Misschien was een metamorfose uit de loden zwaarmoedigheid mogelijk? Hij heeft er zo eindeloos veel van getekend. De wanhoop: ‘Je kunt wel teveel drinken, maar nooit genoeg’.

Maar dan toch de liefde weer

Ga kijken naar hoe zijn hart in zijn brieven terechtkwam, je mag meebeleven hoe het is om zoiets te ontvangen. In het Gemeentemuseum Den Haag liggen ze, stille getuigen van intense vriendschap, van gek zijn op de natuur en monomaan tekenen. Daar mag je dan even naar gluren. Het was niet voor jou bedoeld, maar toch…

Wat er blijft van al die liefde is de sprankeling van zijn tekeningen.

 

 

Hierbij:  metamorfose van Aescalophus tot ransuil (in drie figuren), 7 oktober 2003, Peter Vos. Tot 21 mei zijn zijn brieven te zien in het Gemeentemuseum in Den Haag. Er zijn ook enkele brieven te zien in het Nederlands Instituut voor Kunstgeschiedenis RKD. Lees hier over Fritzy. Boek over de getekende Brieven van Peter Vos. Fritzi Harmsen ten Harmsen van der Beek. Kijk de documentaire van David de Jongh over Peter Vos.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.

Scroll naar boven