Nog meer van mijn beroepsgeheimen. Olifanten, begraafplaatsen en koeienpis
Nog meer van mijn beroepsgeheimen. Olifanten, begraafplaatsen en koeienpis
(Toets op ‘lees meer’ voor correcte weergave)
Nog meer van mijn beroepsgeheimen. Olifanten, begraafplaatsen en koeienpis. Eenmaal aan het schilderen geslagen kom je er geleidelijk aan achter dat je niet alleen maar werkt met rood, groen en geel, hemel nee:
Olifanten, vergif en koeienpis
Het gaat ineens om Loodwit, Chroomgeel, Cadmiumrood, Doodekop (Caput Mortuum), Drakenbloed. En het geeft te denken, zulke namen. (Hoe wilt u dood?) Er was weinig gezonds aan de pigmenten, je praat vaak over puur vergif. Menig kunstschilder was dan ook letterlijk aangedaan door haar/zijn schilderijen.
Ik gebruik zelfs Ivoorzwart, but don’t blame me, het komt niet door mij dat de olifanten bedreigd worden: al mijn tubetjes komen uit de fabriek. Indisch geel, dat werd nog een broodje aap verhaal: dat zou gewonnen worden uit de urine van Indiase koeien die het blad van de mangoboom te eten kregen, maar eigenlijk weet niemand dat zeker.
Schilderde Rembrandt met gemalen lijk?
Dat kan wel eens waar zijn. Ik hing er eens boven met m’n neus, een galeriehouder liet mij eens een schilderij met een behoorlijk opengebarsten verfoppervlak zien. Asfalt noemde hij de donkerbruine kleur, een oud, maar hopeloos pigment volgens hem. Of misschien was het wel Mummie? Ik kende geen van beide namen toen, maar ik had eigenlijk een kruisje moeten slaan. Niet voor een beetje asfalt, maar voor gemalen mummie, want dat is waar het dan over gaat. Echte oud-Egyptische mummies. Met weinig respect voor andermans cultuur met bosjes opgegraven en verscheept, om ze te vermalen tot verf, of zelfs om als brandstof te dienen. (In She van Rider Haggard zelfs. Als fakkels.) Om de bitumen die erin zat, de Egyptenaren mummificeerden met natuurlijke teerproducten. Daar gingen de ooms en tantes…
Smoes
Er waren niet eens smoesjes voor, de naam Mummiebruin was gewoon bekend. In Parijs werd in 1712 zelfs een kunstenaarsbenodigdhedenzaak geopend, die ‘A la Momie’ heette. Toch drong het niet ècht door, teveel in giftige dampen verkeerd wellicht. En Mummiebruin was zo handig voor het schilderen van schaduwen. De kunstenaar die het wel zou beseffen zou z’n tubetjes verf toch instant een officiële begrafenis willen geven? Dus griezel, maar heb ook een beetje meer eerbied als je nog eens naar “oude” kunst kijkt. Je weet nu waarom.
(De kleur is pas begin 20e eeuw vervangen door betere materialen. Zeggen ze.)
Mijn grootste geheim
Wat nu mijn allergrootste geheim is?
Lik nooit aan je palet!
Hierbij: Kijk bij Lotti Looks voor meer over dit schilderij. Waarom ik wel uitkijk met m’n verfstoffen: ik heb Lust for life. De vorige blogs over dit onderwerp lees je hier: Mijn beroepsgeheimen. En dit is wel het grootste beroepsgeheim: de camera obscura.
Meer info: Nog meer griezelen? Lees Grondig onderwijs in de schilder,- en verwkunst uit 1801. De olifanten komen langs in hoofdstuk 14: Olyphantstanden, het recept. Of in hedendaags Nederlands, bij meneer en mevrouw Talens: Oorspronkelijke pigmenten.
Lees echt veel over de geschiedenis van kleur: Kleur van Victoria Finlay, leuk boek, ook voor reizigers.
Geef een antwoord