Piet Mondriaan begrijpen
Piet Mondriaan begrijpen
De Stijl is 100 jaar geleden opgericht. Dat is het afgelopen jaar wel tot ons doorgedrongen. Groot feest in de musea – en wij hebben zo ongeveer een oog-verzwikking opgelopen van het te pas en te onpas gebruik van de kleurenvlakken en horizontale en verticale lijnen: iedere zichzelf respecterende snackbar beplakte de ruiten met een wildgroei aan De Stijl-kenmerken. Blij dat dat weer over is. (Lees verder na de afbeelding. Of beluister hier het radio-interview: 45 minuten met zo’n 5 x Mondriaan-muziek er tussendoor.)
Niet dat er iets mis was met De Stijl. De mannenbroeders, van Theo van Doesburg tot en met Gerrit Rietveld, waren in de ban van een uitzicht op een nieuwe wereld, internationaal optimisme over de nieuwe ontwikkeling van de mensheid vierde hoogtij. De hele kunst ging op de schop: geen afbeeldingen meer, vormen met loodrechte hoeken, en spelen met de grootst mogelijke eenvoud van kleuren en vormen. Het stond vast en zeker te gebeuren, en de kunst nam het voortouw: alles werd nieuw. Oorlog of niet, of juist daarom. (Lees verder na de afbeelding.)
Piet
Piet Mondriaan hoorde erbij. Een poosje. Maar hij keek er anders tegenaan dan de anderen van De Stijl en trok zich weer terug: hij keek verder en dieper. Naar wat dan? Een beetje lijntjes zetten, blokjes kleuren, leuke composities maken, dat kan iedereen. Zolang je maar kunstzinnig verantwoord bezig bent. Is er verschil? Ik vermoed van wel. Stel je eens voor dat Piet Mondriaan zich meer bewust was van de vreemdheid en ongrijpbaarheid van dat wat wij ‘leven’ noemen. Als alles om je heen op je afkomt als bijzonder abstract en nauwelijks te plaatsen, dan zoek je stuur. Structuur. (Lees verder na de afbeelding.)
Probeer het zelf:
Wat nou, structuur? Een beetje zo stel ik me voor: het is vast een gedoetje om jou heen momenteel, of misschien is er alleen maar een beetje een vage blur van binnen, maar toch kun je – hier en nu – aanwijzen wat boven is, en wat onder is. Nou, doe mij een lol, en wijs dat nu eens aan. Ja, nu. Trek vervolgens een denkbare lijn tussen die twee punten. Zo. En wijs nu rechts en links ook eens aan. En trek daar ook een lijn tussen. Et voila, je hebt al een echte structuur. Ha. Met jezelf in het midden. Middenin de blur. Wie had dat gedacht. Teken dat op een stuk papier en je bent al een halve Mondriaan. Nou ja, kleuter-Mondriaan dan, want Piet ging verder. (Lees verder na de afbeelding.)
Waarheen helemaal?
Links en rechts, voor en achter, dat kunnen allemaal lijnen worden. Makkie. Maar nu. Wijs nu eens aan, maakt niet uit waar je bent, waar het noorden is. En nu het zuiden. Even zweten, maar daar kom je uit. Zet die lijn eens. En doe ook meteen maar met oost en west. De lijnen die nu ontstaan, daarvan ben jij nog steeds het centrum. Ha. Alweer. Maar intussen kun jij echt niet zeggen waar het noorden en het zuiden eigenlijk ophouden (of beginnen). Gaan ze door tot voorbij de horizon? De ruimte in? De hele kosmos dan maar meteen in? Aha. Zo weids gaan de lijnen in het werk van Mondriaan.
En dat geeft zoveel ruimte
Ver de onbenoembaarheid in. Hij was niet alleen maar bezig met het maken van steengoede composities. Nou ja, dat zijn ze dan wel: verander een enkel plekje en je kunt helemaal opnieuw beginnen om alles in evenwicht te brengen. Maar – hij was eigenlijk bezig zich te oriënteren in de weidsheid van het leven. Zijn werkstukken bieden ruimte – de hele ruimte – en tegelijkertijd houvast. Net zo goed voor Mondriaan zelf als voor wie er maar naar kijkt. (Lees verder na de afbeelding.)
Strenge bloem
Of hij dat nou meteen begreep of geleidelijk aan, dat weet ik niet. Maar zeker is dat het tekenen van de structuur van hoe een bloem in elkaar zat hem ooit diep geraakt heeft, die chrysant die hij onderzoekend tekende in 1908. Hij begreep denk ik dat het onmogelijk is voor een plant, een boom, of zeg een kristal, zich te ontwikkelen buiten diens eigen structuur. Jawel. Structuur. Je denkt toch niet dat een, ik noem maar een dwarsstraat, een rode tulp zich plots kan bedenken: goh, laat ik vandaag eens een blauw viooltjesblad produceren? Heb je wel eens gezien hoe structureel de takken van een boom zich ritmisch om de stam heen-draaiend uitstrekken uit diezelfde stam? (Lees verder na de afbeelding.)
De oorsprong
Die tekening van de structuur van een chrysant had hij nog bij zich toen hij in 1944 overleed in Manhattan. En dat terwijl hij een man was die vrijwel niets bewaarde en alles vernietigde dat niet absoluut noodzakelijk was. Hij leefde in een bijna kale ruimte, verbrande zelfs de brieven die hij kreeg. Je weet wel, brieven: handgeschreven teksten op papier. Van vrienden. Dat is nogal wat. Net zoals hij zich ontdeed van alles wat niet hoorde bij de structuur die hij kon onderscheiden. Afbeeldingen van landschappen, mensen, dingen. Net zoals hij alle kleuren ontdeed van alles dat geen pure noodzaak was: de drie elementaire kleuren bleven over, de enige drie die noodzakelijk zijn om alle andere kleuren uit te laten ontstaan. Alleen wit en zwart waren verder nog noodzakelijk, en hun mengvorm, grijs. Voor hem draaide alles alleen maar om de oorsprong. (Lees verder na de afbeelding.)
Ga naar Den Haag voor Victory Boogie Woogie
En nou zit je op het bankje voor Victory Boogie Woogie, te kijken naar dat schilderij in het Gemeentemuseum Den Haag. En je ogen schieten heen en weer, want dat is wat ze doen als ze kijken, de ogen. Probeer eens op te letten, waar de blik het eerst op valt, en volg waar ze dan vervolgens heen springt, en vervolgens weer. Enzovoort.
Zo is het dat je meegesleurd wordt in de beweging die de schilder bedoeld had. Het kan maar zo zijn, dat je blik een cirkelbeweging begint te maken. Of steeds, vanuit een centrum, naar buiten wil. Ver voorbij de grenzen van het werkstuk, de vrijheid en de absolute ruimte in. Hele grote vormen – of kleurvlakken – vertragen de kijksprongen van je ogen, let maar op, en hele kleine versnellen het ritme. Alsof je ze even aantikt. Dat maakt de muziek, dat maakt de dans die je mee-danst. (Lees verder na de afbeelding. Klik er op voor een uitvergroting. Of beluister hier het interview. 45 minuten met 5 x Mondriaan-muziek.)
Doodziek
Man wat was hij ziek, Mondriaan, toen dat reeds voltooide (en al verkochte) schilderij hem prikkelde om er aan door te werken. Gek op dansen en gek op muziek, mal van de koorts, en zich bewust van de naderende dood – want van longontsteking ging je gewoon de pijp uit in die tijd – zo stond hij nog te schilderen en uit te proberen met stukjes stom plakband in net niet de juiste kleuren, iets anders had hij niet, donkerblauw voor wat zwart zou worden, een geel dat niet klopte, maar dat zou goed komen…
en toen ging hij dood
Middenin de dans die zijn triomf was. Hij had zijn (of de) structuur van het leven begrepen. Hij was er in geslaagd dat steeds duidelijker en verfijnder neer te zetten in zijn schilderijen. Hij had gezien hoe het leven tot leven kwam in zijn eigen werk, en zich daar ver daarbuiten nog uit kon strekken. En hij wist dat hij het dansen en de muziek op kon roepen, ‘gewoon’ met veegjes verf, en desnoods met wat wankel plakband, who cares? Victory!
Hij wist dat als iemand een poos naar zijn werk zou kijken, misschien met de blik op ‘wazig’, en het denken uitgeschakeld, die de peilloze ruimte zou zien. En krachtig houvast. En puur levensplezier. Dat zijn schilderijen zouden leven, hoe lang je er ook naar keek. Het ene moment komen de vlakken wit naar je toe, het ander moment trekken ze zich terug en schenken je de oneindige ruimte. Zonder film, video of alle hyper-mogelijkheden die onze huidige tijd biedt. Zonder muziek. Zonder dansers.
Alleen met jou.
Alleen voor jou misschien.
Hierbij: Victory Boogie Woogie van Piet Mondriaan. Klik op de afbeelding voor een uitvergroting, en probeer zelf eens uit wat ik net vertelde. Ook hierbij: de chrysant uit 1908, detail. Klik hier voor het radio-interview, 45 minuten met zo’n 5 keer Mondriaan-muziek er tussendoor.)
Meer: over Mondriaan op deze site. Verschillende korte video’s over 100 jaar de Stijl ARTtube Lees Piet Mondriaan. Kleur. structuur en symboliek van J. L. Locher, Gachnang & Springer, Meulenhoff Amsterdam. (Anton Heyboer, in zijn wanhopige crisis in de jaren vijftig die voorafging aan het ontwikkelen van zijn Systeem, ging tijdenlang in een kruishouding staan of liggen – dat stelde hem gerust…)
Voor H. L. en L. H.
Geef een antwoord