Het geheim van Broer Konijn – en David Hockney

Het geheim van Broer Konijn - en David Hockney

Het geheim van Broer Konijn – en David Hockney

In de tijd van helemaal blij met niks, van hier en daar een zwart wit tv, van buiten spelen tot de lantaarns aangingen, riddertje spelen met houten zwaarden (al waren dat soms meer gevechten met ‘hunnie’ van de andere buurt), hutten bouwen en spelevaren op eigengemaakte vlotten of in de winter over het ijs naar school, in die tijd dus was er een stripje met Broer Konijn. In kleur. En mijn vader timmerde een kastje voor ons, met een bodemloos conservenblikje en een vergrootglas. En een gloeilamp. 

Film!

En wij knipten de strips uit, plakten ze aan elkaar tot een lange strook, die aan twee kanten werd opgerold op speciale klosjes. Dat ging dan in het kastje. Op z’n kop. En op die grote – helemaal verduisterde – zolder genoten wij dan van onze eigen Walt Disneytekenfilm. Een toverlantaarn. En dat is nou een omgekeerde camera obscura. 

Bij onze Broer Konijn zat het licht in de box en onze zolder buiten de box was donker.

Camera obscura

Bij de camera obscura (donkere kamer) is de hele kamer waarin wij zitten nèt zo donker, maar daarbuiten is er licht – en schijnt de zon.

Broer konijn komt tevoorschijn via een gat in dat kastje. Maar hier geen Broer Konijn. Maken wij een gaatje in de muur van van onze stikdonkere camera obscura, dan komt de hele buitenwereld binnen en projecteert zich op de muur daartegenover. Echt waar. Op z’n kop, maar net zo kleurig, levendig en bewegend als in het echt, daarbuiten. Ooit, ergens, heeft iemand dat per ongeluk gezien. En toen ging er een balletje rollen.

Een wonder

Wat een betovering zal dat geweest zijn, een heerlijk tijdverdrijf, entertainment voor de vrienden – of een kermisattractie, in vroegere tijden, waarin niet eens een fototoestel of een televisietoestel bestond: de camera obscura! (Lees verder na de afbeelding)

Het geheim van Broer Konijn - en David HockneySlimmerikjes bedachten natuurlijk duizend-en-een mogelijkheden met deze verrassing van moeder natuur. Helemaal toen de eerste lenzen uitgevonden werden, zo rond 1420. Het beeld werd scherper zo. Spiegels en lenzen, kaarsen en zonlicht – het leverde eindeloze mogelijkheden op. Nieuwe mogelijkheden. (hierbij zijn enkele camera obscura’s te zien.) Voor de gezelligheid, voor landmeters, architecten en cartografen. In Florence puzzelde Brunelleschi het hele lijnperspectief uit, met een camera obscura. Perspectief: dat is dichtbij groot en hoe verder weg hoe kleiner, diepte in je tekening, maar dan mathematisch kloppend. (Lees verder na de afbeelding)

En of beeldend kunstenaars ook niet ondersteboven waren toen zij zoiets zagen? Natuurlijk wel! Ik kan hun handen hier helemaal voelen jeuken! Schilderen wilden ze dat, tekenen en puzzelen. En ze waren allemaal verenigd in hetzelfde gilde, de kunst-ambachtslui, de glazeniers, de kunstschilders: het Sint Lucas-gilde. Dus reken maar dat er uitgewisseld werd. (Lees verder na de afbeelding)

De adder en de beroepsgeheimen

Maar nu komt het addertje onder het gras: de concurrentie! Als je eenmaal je eigen manier van werken met zulke technische wonderen als de camera obscura hebt uitgedokterd, hoe houd je dan de concurrentie op afstand? Nou, met het beroepsgeheim! En reken maar dat dat ernstig genomen werd! Het was je nering, het was jouw kop boven water of niet. Maar succes, status en ego, zullen ook wel een duit in het zakje gedaan hebben. In Venetië werd het oude glasblazers-ambacht met al z’n geheimen beschermd door de overheid, dat de ambachtslui vrijwel de gevangenen van het eilandengroepje Murano waren.  En Venetië joeg moordenaars achter degenen die ontsnapten aan, naar welke rijk-betaalde baan zij ook trokken. 

Het was geheim en het bleef geheim

Is het dan zo vreemd, dat er nog tot in onze tijd nog steeds niet veel mensen weet hebben van al deze technische kanten aan het vak van een beeldend kunstenaar? Ja, het waren geniale schilders en schilderessen, die Vlaamse primitieven en die uit onze Gouden Eeuw. Zij gebruikten ieder hun eigen insteek en andere vaardigheden. En ze knetterden van het talent. Maar ze zouden helemaal van lotje zijn geweest als ze al die technische mogelijkheden, niet gebruikten! Natuurlijk deden ze dat. En wat hielden ze het goed geheim! 

(Lees het vervolg hier: Mijn camera obscura)

(Dit is een vervolg van: Van Wittel hing ons ook niet alles aan de neus) 

Doorgewinterde tekenaar David Hockney heeft dit allemaal haarfijn uitgeplozen voor je, lees hier maar eens over The secret knowledge:  De camera obscura: het grootste beroepsgeheim, op deze site. Daar zijn ook links naar video’s van hem over dit onderwerp te vinden.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.

Scroll naar boven